week 9: 3 - 6 maart 2010
Amateur portrettekenclub Jo Niks
Zover het oog reikt
Uitnodiging
Tentoonstelling
Zo ver het oog reikt
Zo ver het oog reikt. Bij binnenkomst valt dat meteen op. Zo ver het oog reikt is van alles te zien. De binnenkant van Hengelo’s Eerste Design Lunchroom Kolste (ontwerp G. Postma). Design Broodjeszaak, zegt Eerste Hulp Hanneke oneerbiedig, maar voegt daar weemoedig aan toe: ‘Waarom iets veranderen als het goed is?’
Zo ver het oog reikt. Het interieur natuurlijk. Maar opvallender nog de wanden die kaal zouden kunnen zijn maar daarentegen dragers zijn van tal van tekenvaardige uitingen van een Amateur Portrettekenclub. Jo Niks was hier. Een schier eindeloze reeks tot achter in de zaak, en langs de andere wand weer terug. Schilderijen, pentekeningen, potlood, ambachtelijk, vrij – bijna abstract – en zelfs het tekenen overstijgend naar tape. Aan de wand hangen werken van achtereenvolgens Anne Wind, Bert van Santen, Harrie de Lange, Joop de Wilde, Jozef de Bot, Elly Moekotte, Marie van de Berg, Dimitra Tsigka, Winand Buursink, Jan van de Pol en José Steggink. En dit alles onder de titel:
Zo ver het oog reikt.
Zo ver het oog reikt. En dan begint het pas.
Zelf denk ik dat het oog niet zover reikt. Zelf denk ik dat ik de wereld zie vanuit en binnen me zelf. Dat het oog iets aangeeft maar niets ziet. Dat ik met behulp van mijn oren en in de vrij overzichtelijke vorm van taal wel gehoord heb wat men in het algemeen er van vindt… En met dat ik dit bedenk, overvalt mij de twijfel die mij altijd overvalt als ik met iemand in gesprek raak. Ben ik nou gek?
Toch lijkt Jo Niks dit aan te geven. Het oog reikt iets aan. De hand wordt onrustig. Wil uitdrukking geven aan. En het mag. Het is vrijdag middag en het mag! Wij zijn bij Jo Niks. Allen zien het zelfde model en allen komen tot een ander resultaat. Dat is het aardige van Jo Niks, steeds de zelfde en altijd weer anders! En toch weer de zelfde. Zo zijn we getuige van het mythische verdriet van Anne Wind, de ouderdom van Bert van Santen, de lachende cartoons waar je na lang kijken zo vrolijk van wordt dat je op het laatst je zelf herkent van het lachen– of is dat nou weer overdreven? Enfin, de lachende cartoons van Harrie de Lange, de montere opgeruimde aanpak van Jozef de Bot, de blijvende jeugdigheid van Marie van de Berg – ruimhartig en liefdevol Elly Moekotte – de vroeg volwassen gestrengheid van Dimitra Tsigka, het intrigerende van Winand Buursink, het ambachtelijke van Jan van de Pol en de overwegend vriendelijke kijk van José Steggink. Voor zo ver ik dat dan weer ‘zie’.
Zijn ze dan allemaal gek daar bij Jo Niks? Nee wel nee. Dat valt dan toch weer mee. Als ik de verschillende portretten zie van Frans Bolscher, dan zie ik onmiskenbaar Frans Bolscher op een wijze zoals ik hem meen te kennen, en ook de andere portretten van bekende Hengeloërs als Jop Horst, Winand Buursink of Jozef de Bot herken ik als zodanig. Mooie bijkomstigheid – dat ook ik niet gek ben!
Het oog aldus reikt niet zo ver. Maar Jo Niks is iemand met vele gezichten. Dat kan niet anders.
Zo ver het oog reikt. Dan wil ik meteen weten wat er meer te zien is. Welnu. Dat verraden de portretten.
Bekend is het echtpaar Jan en Doetje Niks. Dat laatste gaat voor Jo niet op. Jo Niks doet je wat.
Jan Knigge
2 maart 2010